Waar let je op?
Als je kindje 4 maanden oud is, staat hij open voor nieuwe smaken en kun je hem de eerste hapjes geven. Laat je kindje zelf het tempo bepalen en overleg altijd eerst met het consultatiebureau voordat je ermee begint. Sommige kindjes lusten namelijk al wat hapjes als ze net 4 maanden oud zijn, anderen worden met 5 of 6 maanden nieuwsgierig naar vaste voeding. Wacht in ieder geval tot je kindje 4 maanden oud is. Dan kunnen zijn darmpjes vaste voeding verdragen. Ook moet je kindje goed rechtop kunnen zitten, bijvoorbeeld in een newborn stoel of op schoot, zodat hij de ruimte heeft om te slikken.
Wist je dat kinderen die beginnen met groentehapjes een grote kans hebben om later meer groente te eten dan kinderen die starten met fruit? Dat blijkt uit onderzoek. Je kindje heeft namelijk een aangeboren voorkeur voor zoete smaken. Wanneer je start met groente is de kans groot dat je kindje de minder zoete smaken ook leert waarderen.
Start met enkelvoudige en zachte groentesmaken. De enkelvoudige smaken helpen je kindje de echte smaak van groente te leren herkennen en waarderen. En de zachte groentesmaken accepteert je kindje gemakkelijker. Wanneer je kindje een beetje gewend is aan deze enkelvoudige smaken kun je gaan combineren met smaken. Goede smaken om mee te beginnen zijn onder andere wortel, pompoen, bloemkool, sperziebonen, broccoli en courgette.
Geef je kindje in het begin een paar theelepeltjes gepureerde vaste voeding. Begin een of twee keer per dag met drie tot vier lepeltjes. Oefen dit een paar dagen achter elkaar. Gaat dit goed? Dan kun je dit steeds iets verder uitbreiden en je kindje de volgende keer zelf laten bepalen hoeveel hij eet. Geef je oefenhapjes ongeveer een half uurtje na een fles- of borstvoeding. Borst- en flesvoeding is nog steeds de hoofdvoeding voor je kindje. Daarnaast is het goed om je kindje 2 à 3 dagen achter elkaar hetzelfde te geven, zodat je kindje de smaak leert kennen.
Zie onze categorie oefenhapjes in de app voor meer inspiratie!